Je eigen verlangen volgen

Ze heeft zich ziek gemeld en wil met niemand spreken, behalve met mij. Met armen over elkaar kijkt ze uit het raam. Ik wacht. Opeens barst ze los: het is toch ongelofelijk, hoe ze met haar omgaan, de woorden die ze gebruikten! Dan valt ze stil en breekt. Snikkend als een klein meisje pakt ze een tissue uit de doos die ik aanreik.

Wat zou je het liefste willen, vraag ik na een tijdje. Ik heb zo hard voor ze gewerkt, zucht ze, het is pijnlijk dat niemand dat ziet. Niemand, vraag ik. Nou ja, schokschoudert ze, een van haar collega’s die is trouw aan haar, net als jij, zegt ze tegen me.

De twee kampen zijn voelbaar: die van haar, met mij erbij en die van haar directeur en mt-leden. Het doet me denken aan hoe mijn moeder die niet wilde dat ik naar mijn vader ging. Met kussens leg ik de constellatie neer, ook een kussen voor mij, naast haar. Ik vertel over het benauwde gevoel daar, en dat ik mij niet op mijn plek voel.

Ze moet ervan huilen, weer alleen. Dus je krijgt weer niet wat je zo verlangt, leef ik mee. Ja, knikt ze. Als ik haar verlangen representeer, wordt ze rustiger. Fijn dat je naar me kijkt, zeg ik. Fijn dat ik je kan zien, antwoordt ze. We spreken af dat ze voor de volgende keer een brief schrijft, waarin ze haar verlangen laat spreken. De titel: ik zie mijzelf.

24 november 2020