Het gemis van een plek waar je thuishoort
Nou, ik ben er, zegt ze lachend. We hadden de afspraak diverse keren verzet in verband met haar drukke werk. Ja, lach ik terug, welkom. Dank je antwoordt ze. Samen zitten we een tijdje in stilte. Dan weet ik het. Ik lees je een gedicht voor, zeg ik, The wandering jew van Wordsworth.
Het gaat over het gemis van een plek waar je voelt dat je thuishoort. Zelf herken ik dat erg. Aan haar betraande ogen te zien, zij ook. Na een tijdje kijkt ze op met een zucht en zegt: ik wist niet dat het zo hoog zat. Ik voel me ontheemd, ik ben de weg kwijt.
Ze vertelt over de liefde voor haar werk, hoe ze zich daar helemaal in kwijt kon. En hoe nu plots het innerlijke vuur lijkt gedoofd. Waar word je nog wel enthousiast van, vraag ik. Het liefst zit ik de hele dag met een dekentje op de bank, zegt ze. Ik pak een matje, een deken en wat kussens en help haar te gaan liggen.
Als ik zacht voor haar zing, stromen de tranen stil over haar wangen. Na een hele tijd kijkt ze op. Welkom, zeg ik weer. Haar ogen glanzen, haar wangen zijn rozig. Zo kan ik uren blijven liggen, bloost ze. Het voelt zo veilig, zo rustig. Ik leun tegen de muur en geniet met haar mee. Thuiskomen bij jezelf.
1 december 2020